
Nijlgans
De nijlgans komt oorspronkelijk uit Afrika en is in Europa als siervogel geïntroduceerd. Ontsnapte vogels hebben zich in het wild gevestigd. In Nederland komt de nijlgans inmiddels overal voor, maar de populatie groeit niet meer. Tijdens de ruiperiode (wanneer ze hun veren vernieuwen) verzamelen de niet-broeders (nijlganzen zonder jongen of territorium) zich in groepen en eten ze gras op landbouwgrond. Dit kan schade veroorzaken. In de buurt van vliegvelden kunnen ze een gevaar voor aanvaringen vormen. Voor zover bekend hebben nijlganzen geen effect op de populaties van andere vogelsoorten.
Hoe herken ik de nijlgans?
De nijlgans (Alopochen aegyptiaca) is een eendensoort, verwant aan de bergeend. Het grote formaat en de relatief lange poten en nek geven de vogel een gansachtig uiterlijk. De nijlgans leeft voornamelijk op land, maar kan goed zwemmen en duiken.
- Grootte: 60 tot 70 cm.
- Uiterlijk: grijsbruin met roodbruine delen, roze, lange poten en roze snavel, kenmerkende kastanjebruine vlek rond het oog en laag op de borst
- Kleur: roze poten en snavel, in de vlucht zwart-witte vleugels
- Geluid: luide, hese roep
- Jonge vogels: lichter van kleur en geen vlek rond het oog en op de borst
De nijlgans heeft een uniek uiterlijk, maar kan (vanaf een afstand) lijken op de grauwe gans (Anser anser). De grauwe gans is bruingrijs gekleurd met een wit achterwerk. De snavel en poten zijn oranje. De nijlgans lijkt qua bouw op de bergeend (Tadorna tadorna) en de casarca (Tadorna ferruginea). De bergeend is echter grotendeels wit met een lichtbruine band over de borst, donkergroene kop en een rode snavel. De casarca is oranjebruin met een zwarte snavel en heeft geen oogvlek.
Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten.
Herkomst – Waar komt de nijlgans vandaan?
De nijlgans leeft van nature in Afrika, vooral ten zuiden van de Sahara en in Egypte. In de winter trekken ze ook naar het noordelijke deel van de Nijl-vallei. De Europese populatie is in de vorige eeuw ontstaan uit ontsnapte siervogels.
Verspreiding – Waar komt de nijlgans voor?
De nijlgans werd in de 17e eeuw naar Engeland gebracht als siervogel in parken. In Nederland gebeurde iets soortgelijks, maar sommige vogels ontsnapten of werden vrijgelaten. In 1967 werd in Den Haag het eerste wilde broedgeval gevonden. In 1980 ontstond een tweede populatie in Groningen.
Tegenwoordig broedt de nijlgans bijna overal in Nederland. Er zijn tussen de 7.700 en 13.000 broedparen (2018-2020), en in de winter kunnen er tot 40.000 nijlganzen aanwezig zijn (2016-2021). Ter vergelijking: de grauwe gans komt in veel grotere aantallen voor, met maximaal 165.000 broedparen en 670.000 overwinteraars.
Opvallend is dat de Nederlandse nijlgans populatie de afgelopen tien jaar niet meer groeit. De aantallen lijken zelfs iets af te nemen.
Niet alleen in Nederland, maar ook in België, Duitsland, Frankrijk, Polen, Zweden en andere Europese landen heeft de nijlgans zich gevestigd. De vogels leven graag in open graslanden met bomen en water in de buurt. Ze vermijden dichte bossen, zoals de Veluwe, en droge gebieden zonder water.
Risico’s - Wat zijn de problemen?
De nijlgans heeft nauwelijks natuurlijke vijanden in Nederland en plant zich snel voort, een klein deel zelfs met meerdere broedsels per jaar. Als gevolg van mildere winters is er in de winterperiode minder sterfte. Om deze redenen kan de nijlgans zich op nieuwe locaties snel uitbreiden. Doordat de nijlgans territoriaal is, zijn gebieden al snel ‘vol’ en vindt uitbreiding minder makkelijk plaats. De Nederlandse populatie laat geen groei meer zien.
De problemen die er zijn, spelen vooral lokaal. Nijlganzen leven namelijk in kleine familiegroepen. In de ruiperiode leven de niet-broeders (nijlganzen zonder jongen of territorium) vaak in groepen van enkele tientallen vogels. Volwassen nijlganzen ruien meestal als paar in hun eigen broedterritorium. Mogelijke problemen zijn:
- Voedselcompetitie: Tijdens de ruiperiode als de vogels minder mobiel zijn en nijlganzen zich in groepen verzamelen kan er lokaal concurrentie om voedsel zijn met andere vogelsoorten, vooral op graslanden. In Nederland speelt dit probleem nauwelijks, omdat er erg veel grasland is. Er is geen negatief effect op andere vogelsoorten.
- Territoriaal gedrag: Nijlganzen kunnen nesten van andere vogels overnemen, zoals die van buizerds en haviken. Dit heeft geen negatief effect op andere vogelsoorten.
- Schade aan landbouw: Nijlganzen eten gras en gewassen, trappen gewassen plat en kunnen het land vervuilen met ontlasting. De geschatte schade in 2010 was 400.000 euro. Ter vergelijking: de geschatte schade door de grauwe gans bedroeg 4 miljoen euro.
- Gevaar bij vliegvelden: Grote groepen vogels kunnen in botsing komen met vliegtuigen, en daarom een gevaar vormen. Rond Schiphol worden nijlganzen afgeschoten.
- Overlast voor mensen: Ontlasting op wegen en in recreatiegebieden kan plaatselijk voor overlast zorgen. Door hun agressieve gedrag als ze jongen hebben, kunnen nijlganzen mensen aanvallen wanneer ze zich bedreigd voelen.
- Vogelgriep: vogelgriep wordt vooral door trekvogels verspreid, de nijlgans is een standvogel. Dit vormt dus geen probleem.
Er is geen onderzoek gedaan naar de problemen die de nijlgans op lange termijn veroorzaakt.
Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?
Beheersing en bestrijding – Welke methoden zijn er?
Door de omvang van de nijlganspopulatie in Nederland en andere Europese landen is het niet meer mogelijk om de nijlgans volledig uit Nederland te verwijderen. Wel kunnen maatregelen worden genomen om de populatie te beheersen (zie ook ‘Wat is diervriendelijk doden?’):
- Eieren onklaar maken: Dit voorkomt dat ze uitkomen. Methoden zijn: schudden, prikken en dompelen. De eieren worden hierna teruggelegd om te voorkomen dat aan een nieuw legsel begonnen wordt.
- Vangen en doden: Het tijdens de ruiperiode vangen van families met jongen of ruigroepen is bij nijlganzen niet mogelijk. Ze laten zich niet zoals ganzen bij elkaar drijven, want ze rennen en duiken alle kanten op.
- Afschieten: Dit zorgt mogelijk voor stabilisatie van de populatie. Het afschieten of vangen van nijlganzen is maatschappelijk omstreden en kan tot protest leiden vanuit de
samenleving.
Omdat de nijlgans zich snel aanpast en de populatie weer kan groeien na bestrijding, is het moeilijk om de populatie blijvend te verkleinen. Wetenschappelijk onderzoek moet uitwijzen of lange termijn beheer effectief is. Zoals beschreven is de Nederlandse populatie van de nijlgans de afgelopen tien jaar niet meer in omvang toegenomen. Na beheersmaatregelen neemt de populatie mogelijk opnieuw toe tot de huidige omvang. Het is daarom de vraag of de kosten opwegen tegen de baten.
Om lokale conflicten of problemen te beperken, bestaan er ook methoden om nijlganzen van bepaalde plekken te verjagen (in plaats van ze te bestrijden). Dit kan toegepast worden bij vliegvelden of agrarisch grasland. Het gebruik van lasers bleek bijvoorbeeld effectief om ganzen te verjagen. Lasers worden geplaatst op vliegtuigen of worden door een persoon gericht. Nijlganzen zijn meestal eerder verstoord dan de grauwe gans en andere ganzen. Daarom zou deze methode effectief kunnen zijn.
Wat is diervriendelijk doden?
Om de Europese lidstaten te ondersteunen bij die vraag, heeft de Europese Commissie een handleiding opgesteld, onder leiding van de IUCN: “Manual for the management of vertebrate invasive alien species of Union concern, incorporating animal welfare”. In dit naslagwerk zijn de internationale wetenschappelijke inzichten en adviezen van experts verwerkt. Het geeft onder meer voor 22 gewervelde dieren van de Unielijst een overzicht van:
- Toe te passen technieken;
- Kosteneffectiviteit van deze technieken;
- De internationale standaarden en regelgeving;
- Het kader ter evaluatie van de humaniteit van maatregelen.
Specifieke informatie over de nijlgans vindt u op pagina 61-63 van de handleiding.
Wet & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?
De nijlgans (Alopochen aegyptiaca) staat op de Unie-lijst van zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Dat betekent dat er een Europees verbod van kracht is op bezit, handel, kweek, transport en import van de soort. Daarnaast geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. En als dat niet lukt om de populatie zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Aangezien nijlganzen dieren zijn, gelden er extra regels rondom beheersing en bestrijding van de soort. Stress en pijn dient zo veel mogelijk voorkomen te worden. Als het nodig is om de gevangen dieren te doden, doet u dat op een respectvolle manier. Andere soorten en de natuur mogen niet verstoord of beschadigd worden (meer informatie hierover vindt u hier).
Voor diersoorten die op de Unielijst staan geldt dat men het dier mag houden totdat het sterft, mits aangetoond kan worden dat men het dier al had voordat de soort op de Unielijst werd geplaatst. Ook hier geldt dat de betreffende dieren niet mogen worden verhandeld, vermeerderd of verspreid worden. Meer informatie voor particulieren, handelaren, vissers, onderzoekers en dierentuinen of kinderboerderijen vindt u op de website van de RVO.
Waar vind ik meer informatie?
- Zomerganzen in de provincie Groningen in 2022 en 2023 en trends sinds 2015. - SOVON, 2024.
- Factsheet Nijlgans. - NVWA, 2023 [factsheet]
- Nijlgans – aantalstoename zet door, maar regionale verschillen. - SOVON, 2020.
- Comparing behavioural responses of Greylag Geese Anser anser and Egyptian Geese Alopochen aegyptiaca to human disturbance in an urban setting. - Hohmann & Woog, 2021.
- De Nijlgans, verspreiding en trends. - SOVON, 2018.
- Het succes van de nijlgans. - Bremer & Majoor, 2015 [artikel]
- Risk analysis of the Egyptian Goose in The Netherlands. - Gyimesi & Lensink, 2010 [artikel]
- Egyptian Goose Alopochen aegyptiaca: An introduced species spreading in and from the Netherlands. - Gyimesi & Lensink, 2010 [artikel]
- Gewasschade door nijlganzen, nu en in de toekomst. - Lensink, 2010 [artikel]
- Faunabeheerplan Zomerganzen Zuid-Holland. - Lensink & Fouw, 2010 [artikel]
- Beheer van verwilderde watervogels in Vlaanderen. - Beck et al., 2002 [artikel]
- Light wavelength and pulsing frequency affect avoidance responses of Canada geese. - Lunn et al., 2023.
- Effectiveness of lasers to reduce goose grazing on agricultural grassland. - Clausen et al., 2019.
- Comparing behavioural responses of Greylag Geese Anser anser and Egyptian Geese Alopochen aegyptiaca to human disturbance in an urban setting. - Hohmann & Woog, 2021.
Leadfoto: Joachim Kohler, Wikimedia Commons, 2021
Gepubliceerd 25 februari 2025
Tekst: Jonas van de Berg (Wageningen UR) en Frank Majoor (Sovon)