Nieuws

Hooikoortsplant rukt steeds verder op

Gepubliceerd op
27 augustus 2024

Alsemambrosia, een invasieve exoot, komt op steeds meer plekken voor in Nederland. Dat is slecht nieuws voor hooikoortspatiënten: de plant produceert namelijk grote hoeveelheden sterk allergene pollen die heftige hooikoortsreacties kunnen veroorzaken. Door de late bloei van ambrosia wordt het hooikoortsseizoen met een tot twee maanden verlengd.

Herkomst

Alsemambrosia (Ambrosia artemisiifolia) of hooikoortsplant is een eenjarige plant die van nature voorkomt in Noord-Amerika. Via import van besmette landbouwproducten uit de VS en Canada is de soort in Europa geïntroduceerd. Verwildering en verdere verspreiding zijn ongeveer 20-25 jaar geleden begonnen. Het aantal meldingen van ambrosia neemt de laatste jaren toe.

Hooikoorts

De mannelijke bloemen van Alsemambrosia produceren grote hoeveelheden sterk allergene pollen die heftige hooikoortsreacties kunnen veroorzaken. De late bloei van de soort in augustus en september kan het hooikoortsseizoen met een tot twee maanden verlengen. Hooikoortsreacties zijn niet beperkt tot de directe omgeving van de plant. De grote hoeveelheid, zeer licht stuifmeel kan door de wind over grote afstanden worden getransporteerd. Ambrosia kan zo ook op grote afstand nog allergieën veroorzaken.

Particuliere tuinen

Alsemambrosia komt vooral voor in particuliere tuinen door het gebruik van kippen- of vogelvoer. Ook zadenmengsels kunnen verontreinigd zijn met ambrosiazaden. In delen van Europa is de plant inmiddels uitgegroeid tot een schadelijk onkruid in de akkerbouw. In Duitsland veroorzaakt ambrosia oogstderving in onder andere de aardappelen- en vollegrondsgroententeelt.

Bestrijding

Ambrosia moet bestreden worden omdat de plant een belangrijke veroorzaker is van hooikoorts. In particuliere tuinen kunnen kleine aantallen planten handmatig worden uitgetrokken voor de bloeiperiode begint (voor augustus) om verspreiding van stuifmeel te voorkomen. Om hergroei te voorkomen mogen uitgetrokken planten niet in contact komen met de grond. De planten kunnen in afgesloten plastic zakken met het restafval worden afgevoerd (grijze container). Niet-bloeiende en niet-vruchtdragende planten kunnen ook worden gedroogd en gecomposteerd.

Grotere populaties kunnen machinaal worden gemaaid. De eerste maaibeurt kan het beste in augustus, net voor de bloei worden uitgevoerd. Daarna elke 3 tot 4 weken opnieuw maaien gedurende de rest van het groeiseizoen. Maaien voorkomt zaadproductie en put de planten uit. Het maaien moet zo dicht mogelijk bij de grond gebeuren, maar zonder dat daarbij de grond wordt verstoord (anders kiemen weer nieuwe plantjes)

Waarschuwing: Draag altijd handschoenen en volledig bedekkende kleding om huidirritatie te voorkomen. Staan de planten al in bloei? Draag dan een mondmasker en bril ter bescherming tegen pollen.

Meer informatie

Foto: Gilles Aoytte, Wikimedia Commons, 2023.